Kies je technologie

Met dit tabblad breng je in kaart welke gebruikersfuncties belangrijk zijn. Gebruikersfuncties geven kort weer wat cliënten en medewerkers willen, nodig hebben en waarom. Daarmee scherp je de zorginhoudelijke vraag aan. Ook maakt het duidelijk wát de technologie moet kunnen en waarom. 

Stel eerst vast voor wie de technologie bedoeld is en wie bij het gebruik betrokken zijn. De kolom ‘Voor wie is de gebruikersfunctie van toepassing’ bevat een aanklikbare lijst van groepen mensen die een rol hebben in het gebruik van de technologie.  Deze kun je aanpassen op het tabblad Keuzelijsten. 

Bepaal welke functionele thema's de gebruikersfuncties hebben. Deze thema's bepaal je naar eigen inzicht en helpen om overzicht te creëren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan thema's als zorgoproepen en dagplanning. Deze kun je aanpassen op het tabblad Keuzelijsten. 

Bedenk in welke omgeving de technologie gebruikt gaat worden. Vul ontbrekende locaties aan in de keuzelijst. 

Begin bij de cliëntgroepen (de cliëntpersona's) en hun zorgverleners. Schrijf gebruikersfuncties heel specifiek en in de ik-vorm. Ga uit van één functie per regel. Als je dit gedaan hebt voor cliënten en medewerkers, stel je jezelf de vraag wie er allemaal nog meer betrokken zijn. 

Bespreek samen met de betrokkenen hoe belangrijk de gebruikersfunctie is. Gebruik hierbij de feedback van de mensen voor wie de gebruikersfunctie is bedoeld. Geef vervolgens in de kolom ‘Hoe belangrijk is deze gebruikersfunctie?’ aan of de gebruikersfunctie een eis of een wens is. 

Bespreek samen hoe je denkt dat de oplossing die antwoord geeft op de zorginhoudelijke vraag eruit zou kunnen zien? Denk je bijvoorbeeld aan een aanpassing van een bestaande aanpak met een hulpmiddel of heb je er een heel nieuw (technologisch) product voor nodig? Vul jullie ideeën in de kolom ‘Welke ideeën zijn erover hoe het eruit zou kunnen zien?’.  

Kijk per gebruikersfunctie of deze nu gerealiseerd kan worden. Geef dit aan in de kolom ‘Ga je deze gebruikersfunctie realiseren in je huidige project?’.  

Controleer met de projectgroep of de inhoud van de betreffende regel klopt. Als iedereen akkoord is, wijzig je de status in de kolom ‘Status van deze gebruikersfunctie’ naar ‘Vastgestelde gebruikersfunctie’. 

Met dit tabblad maak je een lijst met alle denkbare technologieën die mogelijk helpen (een deel van) het zorginhoudelijk vraagstuk te beantwoorden. Hieruit selecteer je het type technologie dat je verder gaat onderzoeken. Hoe je technologieën zoekt lees je in de Lijst type technologieën.  

Maak een overzicht van alle mogelijke typen technologieën en de bijbehorende producten of leveranciers. Geef in kolom B aan welk type technologie het betreft. Denk hierbij aan typen zoals apps, zorgrobots, hulpmiddelen of sensoren.  Geef in kolom E aan of deze technologie al in gebruik is binnen jullie organisatie en voor hoeveel cliënten. Vul in kolom F in waarom deze technologie volgens jou aansluit bij het zorginhoudelijke vraagstuk. Noteer in kolom G wat volgens de leverancier het doel of de functie van de technologie is.  

Je gebruikt deze lijst van mogelijke typen technologieën om te bepalen welke technologieën geschikt zijn voor verder onderzoek. Begin met behulp van de excel-filter-functie de meest geschikte technologieën voor te sorteren. Prioriteer vervolgens de type technologieën die het beste passen bij het zorginhoudelijke vraagstuk en de visie en strategie voor (digitale) zorg binnen jullie organisatie. Gebruik hiervoor de informatie in kolom F en G. Controleer in kolom E of de technologie al in gebruik is binnen de organisatie. 

Vanuit de lijst mogelijke type technologieën ga je nu bepalen welke type technologie doorgaat naar het grondig onderzoek. Bijvoorbeeld app-mobiel, zorgrobot, hulpmiddel of sensor. Je selecteert het type technologie dat het best past bij het zorginhoudelijk vraagstuk en de visie en strategie voor (digitale) zorg van jouw organisatie. Met behulp van de excel-filter-functie in KOLOM H, I en J ga je de meest geschikte type technologie prioriteren en vervolgens selecteren.  

Dit tabblad bevat alle relevante product- en leverancier eigenschappen van het type technologie dat je verdiepend onderzoekt. Hierdoor kun je de producten en leveranciers goed vergelijken en kom je tot een weloverwogen keuze van het product dat je gaat inzetten voor het beantwoorden van jullie vraagstuk. Hoe je deze verdiepende informatie achterhaalt, lees je in Demo’s en referentiebezoeken.

Neem het gekozen type technologie over in tabblad 3. Beschrijf in KOLOM B t/m D de gewenste producteigenschappen zo nauwkeurig en specifiek mogelijk. Wat is het voor product en hoe moet het er uit zien? Welke eigenschappen moet het hebben? Voor de verschillende producteigenschappen bepalen jullie ook de categorie. Categorieën zijn bijvoorbeeld: bewoners device, zorgmedewerkers device, gebouw/locatie, software, functies en instellingen, gebruikersvriendelijkheid/training, beheer/onderhoud, koppelingen ICT. Bespreek alle eisen en wensen binnen het team en wissel uit waarom bepaalde eigenschappen belangrijk zijn. 

Benoem/bepaal in kolom E (‘Waar moet het bedrijf aan voldoen?’) om voorwaarden of eigenschappen waaraan een leverancier moet voldoen. 

Vul in kolom F in of de product-leverancier eigenschap een eis of een wens is. 

Geef in kolom G t/m M (‘Wie bepaald deze eis/wens?’) aan voor wie de producteigenschap een eis of wens is. 

Stel je hebt gekozen voor ‘zorgrobot’ dan neem je uit tabbad 2 de ‘zorgrobot’ product-leverancier combinaties over. Hierop voer je een verdiepend onderzoek (Deep Dive) uit. Selecteer de 2 à 3 zorgrobot producten/leveranciers die het best aansluiten op je zorginhoudelijk vraagstuk om nog verder te onderzoeken.  Deze product-leverancier combinaties die je verdiepend onderzoekt geef je een eigen kolom (zie kolom N t/m P).  

Vraag voor deze 2 à 3 producten demo’s aan bij leveranciers, of bezoek zorgorganisaties die de technologie al gebruiken als referentie. Betrek hierbij je team, management en vooral ook de cliënt. Gebruik de vragen uit het Format Deep Dive om voor elke product-leverancier combinatie verdiepende informatie te verzamelen. De verzamelde informatie vul je in bij de kolommen N t/m P. In Demo’s en referentiebezoeken lees je meer over hoe je de informatie verzamelt. 

Nu heb je zicht op de mate waarin de verschillende product-leverancier combinaties aansluiten op de gewenste product- en leverancier eigenschappen en kun je kijken welke het beste past. Dit doe je samen met je team en met een of meer cliënten. Je bespreekt welke product-leverancierscombinatie het best aansluit op de eisen en wensen die je in kolom B t/m F geformuleerd hebt. Hoe je dit doet lees je in ‘Voorlopige selectie en leverancier en product’. Ligt het besluit er? Gefeliciteerd, dit is een belangrijke mijlpaal in je project!